Info voor werkgevers

Wil jouw onderneming leerlingen zelf opleiden en hen voorbereiden op de arbeidsmarkt? Kies er dan voor om een erkende leerwerkplek te worden voor jongeren uit het duaal leren.  

Elektriciteit leerkracht

Wie werft u aan?

  • jongeren met een ‘hands-on’-mentaliteit die zin hebben om tijdens hun opleiding al hun handen uit de mouwen te steken
  • gemotiveerde leerlingen om al doende te leren en een deel van hun leertraject te volgen tussen echte professionals van uw onderneming.
  • de kans om bij uw toekomstige werknemers ook de nodige soft skills aan te leren die belangrijk zijn voor hun professionele inschakeling
  • drie dagen per week krijgt u de jongeren over de vloer en de overige twee dagen leren zij op school

Wat doet een leerbedrijf?

  1. Als leerwerkbedrijf vraagt u een erkenning aan.
  2. U stelt een mentor aan die de jongeren competenties aanleert vanuit de praktijk van uw onderneming.
  3. U voorziet de nodige ruimte en infrastructuur om de afgesproken doelen aan te leren.
  4. Naargelang het type overeenkomst, betaalt u aan de jongere een leervergoeding.

Wat is de meerwaarde voor uw onderneming?

  • U bevordert de kwalitatieve instroom van nieuwe medewerkers.
  • U kan zonder verplichtingen aftoetsen of de talenten van de leerling aansluiten bij de behoeften en de cultuur van uw onderneming.
  • U installeert een leercultuur binnen uw bedrijf en genereert een positieve impact op de 'employer branding': uw bedrijf investeert in (toekomstige) werknemers.

Meer informatie nodig?

Voor meer informatie over de werkplekcomponent van duaal leren kan u terecht bij het Departement Werk en Sociale Economie ( E werkplekduaal@vlaanderen.be , T 02 553 27 77).

Indien u als werkgever in het BHG concrete informatie zoekt over alternerend leren kan u terecht bij de Prospectiecel van Select Actiris (E duaalleren@actiris.be, T 0479 16 46 30).

Werken als leerwerkbedrijf

1. Hoe kan een bedrijf zich laten erkennen?

Elke werkgever die een jongere een leerwerkplek wil aanbieden, moet erkend zijn als leerbedrijf voor elke opleiding en elke vestiging waarvoor het een overeenkomst wilt afsluiten.

De erkenningsprocedure start via www.werkplekduaal.be, het digitale loket van het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie en wordt vervolgens binnen de 2 weken behandeld door het sectoraal partnerschap* dat verantwoordelijk is voor de sector. Indien er geen sectoraal partnerschap is, verloopt de aanvraag via het Vlaams partnerschap duaal leren.

 

2. Wat doet een sectoraal partnerschap*?

Bij deze sectorale partnerschappen

  • ... kan een werkgever terecht met alle vragen rond het werkplekleren.
  • ... kan een bedrijf/school terecht voor een overzicht van bedrijven waar een leerling een duale opleiding kan volgen.
  • ... kan een bedrijf de verplichte mentoropleiding volgen.
  • ... kan een bedrijf of school ondersteuning vragen bij de opmaak van opleidingsplannen.

Het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie heeft dezelfde bevoegdheden als een sectoraal partnerschap voor die duale opleidingen die niet onder een erkende sector vallen. Elk partnerschap kan aanvullende richtlijnen bepalen voor zijn specifieke sector, bijvoorbeeld het maximumaantal leerlingen per mentor of de vereisten voor de mentoropleiding. Een overzicht van deze sectorale partnerschappen kan je hieronder downloaden. 

 

3. Welke overeenkomst wordt er afgesloten tussen werkgever en leerling?

Eens erkend, kan een werkgever een overeenkomst afsluiten met de jongere. Het type overeenkomst is afhankelijk van de opleiding en/of het systeem waarin de jongere een opleiding volgt.

  • De Overeenkomst Alternerende Opleiding (OAO) is de standaardovereenkomst voor alle opleidingen waarbij de leerling minstens 20u gemiddeld per week op jaarbasis leert bij een werkgever.
  • De Stageovereenkomst Alternerende Opleiding (SAO) is de standaardovereenkomst voor opleidingen waarbij de jongere minder dan 20u gemiddeld per week op jaarbasis leert in een onderneming. Hoeveel uur een leerling doorbrengt op de werkvloer, ligt voor duale opleidingen vast in het standaardtraject. 
  • De Deeltijdse Arbeidsovereenkomst (DA) is een overeenkomst waarbij een jongere in het deeltijds beroepssecundair onderwijs minder dan 20 uur per week (gemiddeld op jaarbasis) werkt op de werkplek. Ondernemingen in de non-profitsector, waar de sociale maribel van toepassing is, kunnen ook gebruik maken van de deeltijdse arbeidsovereenkomst sociale maribel. Neem voor vragen rond de Sociale Maribel zeker contact op met loket@jongerenindesocialprofit.be.
  • De Startbaanovereenkomst Type 2 (SBO type II) is een deeltijdse arbeidsovereenkomst bij een van de Brusselse gemeenten. Deze deeltijdse overeenkomst wordt gekoppeld aan een opleidingsonderdeel in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (van minimaal 240 uur op jaarbasis).
  Bezoldiging Vakantiedagen
OAO Leervergoeding Leerling volgt schoolvakantieregeling max. 20 opgebouwde vakantiedagen aangevuld met onbetaald verlof
SAO Neen Leerling volgt schoolvaktnieregeling
DA Conform de lopende CAO Conform de lopende CAO

Modelovereenkomsten zijn terug te vinden op www.vlaanderen.be.

 

4. Wat kunnen leerlingen verdienen?

De leervergoedingen binnen de OAO zijn vastgelegd door de Vlaamse Regering. Die leervergoedingen worden bepaald aan de hand van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI). De leervergoeding evolueert dus naarmate de spilindex overschreden wordt. De schaal is afhankelijk van de vooropleiding van de leerling.

Leervergoeding per maand  Vooropleiding jongere
€ 555,90 (29% GGMI)
  • Leerlingen in het eerste jaar van de alternerende opleiding indien zij de 2e graad secundair onderwijs nog niet met succes hebben afgerond.
€ 613,40 (32% GGMI)
  • Leerlingen die de 2e graad succesvol hebben afgewerkt en starten met een alternerende opleiding.
  • Leerlingen die een jaar van een alternerende opleiding succesvol hebben afgerond (eventueel in een andere richting).
€ 661,30 (34,5% GGMI)
  • Leerlingen die het eerste jaar van de 3e graad secundair onderwijs succesvol hebben afgerond.
  • Leerlingen die al twee jaren van een alternerende opleiding succesvol hebben afgerond (eventueel in een andere richting).
  • Leerlingen die de kwalificatiefase van het BuSO succesvol hebben afgerond.
Computer les

5. Wie leidt de jongere bij een bedrijf op?

Een onderneming die erkend wil worden als leerwerkplek (leerbedrijf) moet minstens één mentor aanduiden die instaat voor de opleiding en begeleiding van de leerling op de werkplek.

De mentor

  • ... is het aanspreekpunt voor de jongere en (de trajectbegeleider van) de school.
  • ... moet verplicht een mentoropleiding volgen.
  • ... moet van onberispelijk gedrag zijn (aan te tonen met een uittreksel uit het strafregister)
  • ... moet aan een aantal voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld op het vlak van leeftijd en ervaring.

Het sectoraal partnerschap bepaalt het aantal leerlingen dat door één mentor (tegelijkertijd) kan worden opgeleid.

 

6. Welke financiële voordelen zijn er voor de werkgevers?

Leerbedrijven die een leerling in een alternerende opleiding begeleiden, kunnen gebruik maken van financiële overheidsincentives. Meer informatie over de voorwaarden, modaliteiten en de procedure voor bedrijven is terug te vinden op de website www.vlaanderen.be. Bijkomende specifieke informatie van toepassing op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is terug te vinden op de website van Select Actiris. 

INCENTIVES
Werkgevers gevestigd in het BHG
Werkgevers gevestigd in het Vlaams Gewest
De Mentorpremie is bestemd voor werkgevers die een mentor aanduiden die (gedurende minstens 6 maanden) minimum één en maximum vier leerlingen tegelijkertijd begeleidt. De premie bedraagt € 1.750. 

          X

 
De premie kwalificerend werkplekleren is een premie voor werkgevers die een jongere in een alternerende opleiding opleiden of tewerkstellen. 600 euro als de lerende geen vergoeding van de onderneming ontvangt. 1000 euro als de lerende wel een vergoeding van de onderneming ontvangt. 

         X

Een RSZ-korting voor mentoren van max. € 800 euro per kwartaal. 

         X

De doelgroepvermindering is een RSZ-vermindering tot € 1 000 per kwartaal voor leerlingen met bepaalde type overeenkomsten (zoals de OAO).  

         X

Leerbedrijven in de social-profitsector maken via een deeltijdse arbeidsovereenkomsten met sociale maribel aanspraak op een vermindering op de RSZ-bijdragen voor de leerling in een alternerende opleiding.

          X

         X

Sommige sectoren hebben specifieke sectorale premies voor leerbedrijven uitgewerkt. Hiervoor dient u zich te informeren bij uw sectoraal partnerschap.

          X

         X

De Activa.Brussels-maatregel voor werkgevers die de jongere na hun opleiding willen aanwerven met een arbeidscontract: Indien een Brusselse jongere zijn diploma behaalt via duaal leren dan ontvangt hij de Activa kaart (aan te vragen bij Actiris). Met deze kaart kan de werkgever een beroep doen op de maatregel van het Activa banenplan. De premie activa.brussels bedraagt tot 15.900 euro over 30 maanden.

          X