Een analyse van de instroom in duaal leren en beleidsaanbevelingen aan de hand van gedragsinzichten.
Sinds de Vlaamse regering in 2015 het startschot gaf om het nieuwe stelsel duaal leren uit te rollen in het secundair onderwijs, moet men concluderen dat de instroom van leerlingen in dit stelsel eerder beperkt blijft. In dit onderzoek, uitgevoerd door LEER (Leuven Economics of Education Research, binnen de Katholieke Universiteit Leuven), werd dan ook het studiekeuzeproces van leerlingen geanalyseerd, specifiek wat opleidingen met werkplekleren betreft, en werden de drempels onderzocht die jongeren, ouders, leerkrachten en scholen ervaren. In het rapport worden vier onderzoeksvragen gedefinieerd.
Welke factoren geeft de wetenschappelijke literatuur aan als bepalend voor de studiekeuze? Deze eerste vraag wordt beantwoord via twee literatuurstudies. Er wordt in dit deel van het onderzoek besproken wie, waarover, op welke manier geïnformeerd moet worden over duaal leren. Expliciet positieve campagnes, gericht op leerlingen (vanaf de eerste graad), ouders, leerkrachten en scholen, die de interesse voor duaal leren aanwakkeren zouden de aantrekkelijkheid van duale opleidingen kunnen doen toenemen. Er worden ook vier barrières voorgesteld die een keuze voor een duale opleiding zouden kunnen verhinderen. Ouders en leerlingen hebben de neiging om, bijvoorbeeld wegens een gebrek aan informatie, te kiezen voor een niet-duale opleiding omdat dit als de standaardoptie wordt gepercipieerd. Daarnaast onderschatten leerlingen in welke mate hun voorkeuren in de toekomst zullen wijzigen. Een negatief imago en conformisme zijn bijkomende gedragsbarrières. Ten laatste identificeert de studie nog tien ‘nudges’ die gebruikt kunnen worden om te studiekeuze te beïnvloeden.
Hoe verloopt het beslissingsproces van Vlaamse scholieren inzake hun studiekeuze voor duaal leren en welke (f)actoren zijn hierbij van invloed? Deze onderzoeksvraag werd beantwoord via een vragenlijst met keuze-experiment, afgenomen onder Vlaamse leerlingen van het secundair onderwijs. De mening van de klastitularis en de ouders komen hier zeer sterk naar voren en blijken belangrijker dan bijvoorbeeld de studiekeuze van vrienden of de pendeltijd naar de leerwerkplek. De meerderheid van de leerlingen zelf is geïnteresseerd in werkplekleren, denkt dat hij of zij het goed zou kunnen en is positief over de latere arbeidsmarktkansen. Toch blijft het beeld hangen dat leerlingen voor een duale opleiding kiezen uit schoolmoeheid of voor de leervergoeding. Desondanks dat veel leerlingen zelf positief zijn over een duale opleiding op zich, zou het kunnen dat ze hier niet voor kiezen wegens het geassocieerde negatief imago.
Kan het aanbieden van informatie rond duaal leren het keuzeproces beïnvloeden? Deze onderzoeksvraag werd beantwoord via een informatie-experiment verwerkt in de vragenlijst. Leerlingen uit het 4e, 5e en 6e jaar BSO die extra informatie kregen over duaal leren voordat zij de vragenlijst invullen leken een sterkere voorkeur te hebben voor duaal leren. Voor leerlingen in het TSO was dit niet het geval.
Hoe kan duaal leren voor meer jongeren een bewuste keuze worden door gebruik te maken van gedragsinzichten? Er werd een veldexperiment uitgevoerd waarbij een deel van de deelnemende scholen toegang kreeg tot promotiemateriaal. Het succes van het promotiemateriaal was echter moeilijk in te schatten. Niet alle scholen gebruikte het aangeleverde materiaal even uitgebreid, de campagne viel wellicht op het verkeerde moment in het jaar en de beperkte keuze aan duale studie richtingen kunnen redenen zijn waarom het succes van de campagne beperkt was. Het promoten van duaal leren zet hoe dan ook best niet alleen in op de vraagzijde, de leerlingen en ouders, maar ook de aanbodzijde.
Aan de hand van het onderzoek formuleren de onderzoekers acht conclusies en beleidsimplicaties.
Gezien de grote verschillen in attitudes van leerlingen en de zaken waar zij belang aan hechten is het belangrijk om een veelzijdige en gedifferentieerde aanpak te hanteren in het promoten van duaal leren. Leerlingen moeten duurzaam en liefst al vanaf de eerste graad, helder en aandachtsgrijpend geïnformeerd worden. De inhoud van de informatie speelt het best in op de redenen waarom leerlingen voor een bepaalde studierichting kiezen.
Er is ruimte om het imago van duaal leren te verbeteren, de ‘nudges’ die in het onderzoek besproken worden kunnen helpen om concrete acties uit te werken. Ouders en leerkrachten blijken een zeer belangrijke rol te spelen in het studiekeuzeproces. Zij moeten dan ook expliciet aangesproken worden bij campagnes ter promotie van het duaal leren.
De doorstroommogelijkheden van duale richtingen moeten voldoende benadrukt worden, dit is immers een belangrijke bekommernis voor leerlingen. Het benadrukken van de leervergoeding kan zeker positief werken, maar men moet voorzichtig zijn dat dit niet ten koste gaat van de motivatie en het imago van duaal leren.
Voor de promotie van duaal leren is meer nodig dan enkel goed campagne materiaal. De laagdrempeligheid van het materiaal en een voldoende groot aanbod aan duale richtingen zijn van even groot belang. Het onderzoek sluit af met de aanbeveling om innovaties eerst kleinschalig te evalueren. Het effect van een campagne op de inschrijvingsaantallen is nu grondig geëvalueerd. Beleidsmakers worden dan ook opgeroepen om een geïnformeerde beslissing te maken over een mogelijks bredere uitrol van campagnes ter promotie van duaal leren.
Dit artikel verscheen op 28/01/2022 in de nieuwsbrief van Tracé Brussel vzw.