Info voor werkgevers
Wil jouw onderneming cursisten zelf opleiden en hen voorbereiden op de arbeidsmarkt? Kies er dan voor om een erkend leerbedrijf te worden voor cursisten uit het duaal leren.
Wie werft u aan?
U werft cursisten aan met een ‘hands-on’-mentaliteit die zin hebben om tijdens hun opleiding al hun handen uit de mouwen te steken. Ze zijn gemotiveerd om al doende te leren en willen een deel van hun leertraject volgen tussen echte professionals in uw onderneming. Hierdoor ontwikkelen ze in één keer ook de soft skills die belangrijk zijn voor hun professionele inschakeling. Cursisten brengen minstens 50 % van hun lestijd op de werkplek door.
Hoe wordt u een leerbedrijf?
Als leerwerkbedrijf vraagt u een erkenning aan en stelt u een mentor aan die de competenties aanleert vanuit de praktijk van uw onderneming. U voorziet de nodige ruimte en infrastructuur om de afgesproken doelen aan te leren. U betaalt ook een leervergoeding aan de cursist. Hieronder wordt de erkenningsprocedure uitgebreider toegelicht.
Wat levert het voor u op?
Door uw onderneming open te stellen voor cursisten uit het duaal leren bevordert u de kwalitatieve instroom van nieuwe medewerkers en kan u zonder verplichtingen aftoetsen of de talenten van de cursisten aansluiten bij de behoeften en de cultuur van uw onderneming. U installeert een leercultuur binnen uw bedrijf en genereert een positieve impact op ‘employer branding’: uw bedrijf investeert in (toekomstige) werknemers.
Interesse?
Voor meer informatie over de werkplekcomponent van duaal leren kan u terecht bij het Departement Werk en Sociale Economie ( E werkplekduaal@vlaanderen.be , T 02 553 27 77).
Indien u als werkgever in het BHG concrete informatie zoekt over alternerend leren kan u terecht bij de Prospectiecel van Select Actiris (E ageens@actiris.be, T 0479 16 46 30).
Hoe kan je als leerbedrijf aan de slag gaan?
1. Erkenning
Elke werkgever die een cursist een leerwerkplek wil aanbieden, moet erkend zijn als leerbedrijf voor elke opleiding en elke vestiging waarvoor het een overeenkomst wilt afsluiten. De erkenningsprocedure kan u als bedrijf hier opstarten. Uw aanvraag wordt binnen de 2 weken behandeld door het sectoraal partnerschap dat verantwoordelijk is voor de sector. Indien er geen sectoraal partnerschap is, verloopt de aanvraagprocedure via het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.
De erkenning wordt verleend voor een duur van 5 jaar.
2. Wat doet een sectoraal partnerschap?
Bij deze sectorale partnerschappen kan een werkgever terecht met alle vragen rond het werkplekleren en voor een overzicht van bedrijven waar een cursist een duale opleiding kan volgen. Veel van deze partnerschappen organiseren zelf ook de verplichte mentoropleiding en ondersteunen bedrijven en scholen met het opmaken van opleidingsplannen.
Het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie heeft dezelfde bevoegdheden als een sectoraal partnerschap voor die duale opleidingen die niet onder een erkende sector vallen. Elk partnerschap kan aanvullende richtlijnen bepalen voor zijn specifieke sector, bijvoorbeeld het maximumaantal cursisten per mentor of de vereisten voor de mentoropleiding. Een overzicht van deze sectorale partnerschappen kan je hieronder downloaden.
3. Type overeenkomsten
Indien er een werkplek gevonden wordt, moet er een bezoldigde overeenkomst worden afgesloten tussen de cursist, het leerbedrijf en de opleidingsverstrekker.
Eens erkend, kan een werkgever een overeenkomst afsluiten met de cursist. Er is sprake van verschillende soorten betaalde overeenkomsten. Deze overeenkomsten zijn:
- Bij minstens 20 uur per week op de werkplek wordt er een ‘overeenkomst duale opleiding statuut’ (ODO-statuut) afgesloten. De cursist krijgt dan een vergoeding voor de uren werkplek- én schoolcomponent. De cursist bouwt dan sociale zekerheidsrechten op.
- Bij minder dan 20 uur per week leren op de werkvloer sluit de cursist een ‘overeenkomst duale opleiding’ (ODO) af. De cursist wordt dan enkel vergoed voor de uren die deze persoon doorbrengt op de werkplek.
- Uitzonderlijk kan de cursist ook een deeltijdse arbeidsovereenkomst afsluiten in de non-profitsector.
- Ook een werkende cursist kan binnen de eigen onderneming de werkplekcomponent van de duale opleiding uitoefenen. In dit scenario krijgt de cursist geen leervergoeding, maar behoudt deze persoon wel het loon.
4. Leervergoeding
De leervergoeding wordt per uur berekend en bedraagt minimaal 0,21% van het gemiddeld gewaarborgd minimummaandinkomen (GGMMI). Dit komt neer op 3,87 euro per uur (vanaf mei 2022). Onderstaande tabel geeft aan wat een cursist per type overeenkomst zou kunnen verdienen:
Type overeenkomst | Leervergoeding per gemiddelde maand (per 01/05/2022) |
---|---|
ODO-statuut | € 636,77 (intensief traject, 38 uur in theorie, werkplekcomponent + schoolcomponent) |
ODO | € 254,71 (bijvoorbeeld 2 dagen werkplekcomponent) |
5. Mentor
Een onderneming die erkend wil worden als leerwerkplek (leerbedrijf) moet minstens één mentor aanduiden die instaat voor de opleiding en begeleiding van de cursist op de werkplek.
De mentor:
- is het aanspreekpunt voor de cursist en (de trajectbegeleider van) het CVO.
- volgt verplicht een mentoropleiding.
- moet van onberispelijk gedrag zijn (aan te tonen met een uittreksel uit het strafregister).
- is minstens 25 jaar oud.
- heeft ten minste vijf jaar praktijkervaring het beroep.
Het sectoraal partnerschap bepaalt het aantal leerlingen dat door één mentor (tegelijkertijd) kan worden opgeleid.